Het is een vaak gehoorde eettip: ‘Eet vaak, niet veel’. Toch wist ik er zelf nooit raad mee wanneer ik dit soort eetadviezen tegenkwam in de glossy’s. ’S Morgens, ’s middags en ’s avonds heb ik gewoon honger en dan wil ik een goede maaltijd. Dan ga ik toch geen halve boterham eten?
Zes keer per dag
Inmiddels ben ik het ‘eet vaak, niet veel’-principe beter gaan begrijpen. Niet iedereen is immers geboren met een vurige vertering en wanneer men slechts drie keer per dag eet staat die verbrandingsmotor tussen de eetmomenten door in de slaapmodus. Wanneer je zes keer per dag eet, iedere 2 tot 3 uur, blijft de motor voortdurend wakker en is hij altijd bezig te verbranden. Zeker voor mensen met een trage spijsvertering is dit dé manier om het proces te stimuleren, bovendien zorgt het ervoor dat je tijdens de hoofdmaaltijden (ontbijt, lunch, diner) niet omvalt van de honger en te snel te veel eet.
Hoofdmaaltijden en tussendoortjes
Dit betekent dat je op een dag drie hoofdmaaltijden eet en drie tussendoortjes. Je hoofdmaaltijden zijn gewoon fatsoenlijke hoeveelheden waar je blij van wordt: een boterham/cracker/kommetje muesli als ontbijt, twee boterhammen of een salade/soep met een broodje als lunch en een bordje vol tijdens het avondeten. Wat betreft de tussendoortjes zijn er allerlei mogelijkheden: plakje ontbijtkoek, rijstewafel, cracker, stuk fruit, beschuitje met aardbeien, bekertje magere kwark, kopje bouillon of cup-a-soup, magere vanille yoghurt… Gewoon een kleine gezonde snack die jouw verbranding weer een oppepper geeft. En mocht je tussendoor nog steeds honger hebben? Dan is daar de redding van de rauwkost, de hele dag door.
0 reacties