Ekmek: Melktaart met kataifi

Voeg 250 gram van de fijne kristalsuiker met 300 milliliter water, het kaneelstokje en de kruidnagels toe aan een kleine pan en breng op hoog vuur aan de kook. Zet het vuur lager en laat 6 tot 8 minuten zachtjes pruttelen, tot er een siroop ontstaat die nog niet verkleurd is. Laat volledig afkoelen.

Verwarm de oven voor tot 200 °C. Vet een vierkante bakvorm van 24 centimeter licht in met olie. Leg het kataifideeg in de vorm en sprenkel de eetlepels olie erover. Meng door het deeg en spreid de kataifi uit over de bodem. Bak in 20 tot 25 minuten in de oven goudbruin.

Haal de specerijen uit de siroop, haal de kataifi uit de oven en schenk de afgekoelde suikersiroop over het deeg. Laat afkoelen.

Maak de melklaag zodra het deeg is afgekoeld. Meng het maïszetmeel met zoveel van de amandelmelk in een grote mengkom om een glad papje te maken; zes eetlepels zouden voldoende moeten zijn. Voeg de rest van de amandelmelk en de resterende 125 gram fijne kristalsuiker toe aan een grote pan en breng op middelhoog vuur aan de kook. Schep wat hete melk bij het maïszetmeelpapje, klop glad, voeg het papje toe aan de pan en klop goed door. Blijf kloppen tot je voelt dat de melk indikt. Zet dan het vuur iets lager en voeg het oranjebloesemwater en het rozenwater toe. Blijf 4 tot 5 minuten kloppen, tot je een gladde custard hebt die aan de achterkant van een lepel blijft hangen.

Schenk de geurige custard in de cakevorm op het kataifideeg. Hak de noten grof en strooi ze over de custard, samen met wat rozenblaadjes. Voeg eventueel wat bladgoud toe zodra de custard is afgekoeld. Laat de ekmek volledig afkoelen en laat voor het serveren minimaal 4 uur in de koelkast opstijven.