De filosofie van het eten
Isabel Boerdam

De filosofie van het eten

dinsdag 17 november 2015
Voeding en filosofie? Dat lijkt een combi van likmevestje. En inderdaad: er is geen onderwerp waar filosofen zo weinig over hebben nagedacht. Hoe komt dat? Eigenlijk is het behoorlijk maf. Wijsgeren maakten dikke boeken over abstracte dingen als het bestaan van God of het bewijs voor de vrije wil, maar iets praktisch als ons dieet hebben ze compleet genegeerd. En dat terwijl de meeste mensen de vraag ‘wat eten we vanavond?’ toch nét iets vaker stellen dan de vraag ‘wat betekent het om bewustzijn te hebben?’.

Lichaam en geest
De reden daarvoor is simpel. Filosofen hebben het altijd cool gevonden om te geloven in een verschil tussen lichaam en geest, én om die laatste interessanter te vinden. In het lijf zitten onze driften en dierlijke trekjes, maar in de geest wonen onze rede en menselijkheid – en die laatste twee staan gewoon mooier op de flaptekst van een filosofieboek. Omdat voeding bij het lijf hoorde, hebben filosofen altijd gedaan alsof het niet bestond.

Je bent wat je eet
Tegenwoordig is dat anders. Voeding wordt steeds belangrijker voor onze identiteit. Logisch ook. Eeuwenlang moesten mensen kiezen tussen ‘eten wat er is’ of ‘doodgaan’. Maar sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog kennen we voedselschaarste alleen nog uit geschiedenisboeken en reisgidsen, en dat schept speelruimte. Nu kun je met je eetgewoonten een statement maken: als jij alleen macrobiotische groenten koopt, als je koffie fair trade moet zijn, of als je jezelf kunt wijsmaken dat tofoe lekker is – dan zégt dat iets over jou. Het cliché ‘je bent wat je eet’ is nog nooit zo waar geweest als nu.

Verdwaald
Het probleem is dat we, omdat filosofen zo lui zijn geweest, niet gewend zijn om na te denken over eten. Wie op pad wil door het voedsellandschap kan nergens op terugvallen, maar staat er helemaal alleen voor. Iedereen moet een eigen weg vinden, en daarom zijn we flink verdwaald. Hoe verklaar je anders dat er steeds meer vegetariërs zijn en er toch alsmaar meer vleeskippen worden geslacht? Of dat bestsellerlijsten gevuld worden door bourgondische kookboeken én sobere dieetschriftjes? Er is verwarring, willekeur en richtingloosheid: als we zijn wat we eten, zijn we nu vooral een ondefinieerbare hutspot.

Hoop
Gelukkig is er hoop. Veel filosofen schreven namelijk wel iets over eten. Vaak maar een bijzin of een voetnoot, maar meer dan noppes. Wist je bijvoorbeeld dat Jean-Jacques Rousseau de reden is dat steeds meer mensen biologisch eten? Of dat Thomas Moore de bio-industrie bedacht? Of dat vegetariërs hun dieet danken aan een Brits filosofiegenre dat utilitarisme heet? In Verlichte kost onderzoek ik wat grote denkers schreven over voeding én waarom dat nog altijd relevant is. De komende vier weken krijgen lezers van De Hippe Vegetariër een exclusief voorproefje. Schuif je aan?

Rik Peters (1987) is journalist en vegetariër. Zijn boek Verlichte kost is een humoristische en leerzame reis door ruim tweeduizend jaar filosofie, én door de menukaart. Rik schenkt de helft van de opbrengst aan de voedselzekerheidprojecten van Oxfam Novib.

1 Reacties

Jaaaa leuk dat jullie deze hebben! Dit is echt een aanrader! Gaaf boek, zet je echt aan t denken over voeding en consumeren en niet bepaald niet op een standaard manier. Super tof! :-)

12:16 19 januari 2024

Leuk om te horen!! :-) Bedankt!

12:16 19 januari 2024

Een reactie geven

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met een *.