5 veelgemaakte trainingsfouten
Corneil van Schayik

5 veelgemaakte trainingsfouten

dinsdag 24 maart 2020
Op het moment dat je iets ambitieus en/of nieuws in je hoofd haalt, zoals het rennen van een 20 km run, betekent dat niet meteen dat er ook een plan ligt. Gaandeweg zal je te maken (kunnen) krijgen met een aantal obstakels die het behalen van jouw doel kunnen verhinderen. Aan onze gastblogger Corneil van Schayik de taak om jullie op de hoogte te brengen van een aantal van die obstakels. Hij bespreekt met ons vijf valkuilen waarin we na dit artikel niet meer terechtkomen!

Te hard gaan
In het vorige artikel is al het een en ander duidelijk geworden over de intensiteit van de trainingssessies. Daarnaast is het ook aangeraden om de afstanden en looptijd geleidelijk aan te verhogen. Het té abrupt verhogen van de afstand kan zorgen voor blessures en die wil je uiteraard voorkomen. De vuistregel die in veel trainingsschema’s wordt aangehouden, is plusminus 10% verhogen per week.

Zomaar wat trainen
In principe zijn er drie verschillende typen trainingssessies die je helpen bij het ontwikkelen van uithoudingsvermogen en snelheid. Voor het gemak staan ze hieronder samengevat. Houd wel rekening met een kleine warming-up voorafgaand.

  • Sprint training: Vaak ook wel een intervaltraining genoemd. In deze training wissel je af, bijvoorbeeld 1 minuut alles geven wat je hebt, gevolgd door 4 minuten rustig joggen om op adem te komen. Naarmate het makkelijker wordt, kan de sprinttijd verlengd worden. Deze training kan 30 tot 45 minuten in beslag nemen.

  • Tempo loop: Bij deze training ligt de focus op het langer volhouden van een hoog tempo, zonder buiten adem te raken. Ren bijvoorbeeld 1 km op een bovengemiddeld tempo gevolgd door 3-5 min. rustig joggen. Ook dit doe je om en om en in totaal doe je dit 30 tot 60 minuten.

  • Duur loop: Deze runs doe je als je wat meer tijd hebt om meters in de benen te krijgen. Meet jezelf een tempo aan waarop je nog gezellig kan babbelen met een vriend/vriendin en loop op een constante snelheid minimaal 1 uur en bouw naarmate je meer traint op tot maximaal 2,5 uur.


Teveel water drinken
Voor de meeste mensen is het wel bekend dat je veel vocht verbruikt als je aan het sporten bent. Wat een stuk minder mensen weten is dat er in het vocht dat je afdrijft elektrolyten zitten. Deze elektrolyten zijn van essentieel belang voor het in balans houden van je lichaam. Zij zorgen onder andere voor de vochthuishouding in de cellen en de afvoer van afvalstoffen. Als je extra veel water drinkt wordt de hoeveelheid elektrolyten in je lichaam in verhouding juist minder. Bovendien verlies je elektrolyten door deze uit te zweten. Bij lange afstanden is het dus van belang om via (sport)drank deze voorraad aan te vullen, hiermee wordt de kans op kramp tijdens het rennen een stuk kleiner.

Gewone sportschoenen
Dit klink misschien voor de hand liggend, maar toch zul je niet de eerste zijn die denkt op z’n gewone sportschoenen een stukje te gaan lopen. Je lichaam krijgt enorm veel schokken te verduren als je aan het hardlopen bent. Hardloopschoenen zijn dus echt een must aangezien deze licht van gewicht en schokdempend zijn. Het loop dus een stuk prettiger waardoor je ook met meer plezier gaat hardlopen!

Slecht herstel
“Trainen is zilver, herstel is goud.” Herstel is op zijn minst net zo belangrijk als het trainen zelf. Pas als je goed hersteld bent, kun je eigenlijk weer goed trainen en voortborduren op wat je traint. Zorg dus dat je te allen tijde gezond eet en genoeg slaapt. Natuurlijk eten wij als hippe vegetariërs al lekker veel groenten en fruit!

Heb jij weleens een van deze trainingsfouten gemaakt? Ga je de tips toepassen? Laat het ons weten in de reacties, op Facebook of Instagram!

0 Reacties

Een reactie geven

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met een *.